Afbeelding
Foto: OlgaLIS

Armoe

We hebben maar een armoedige taal. Waar andere talen bijvoorbeeld wel 20 verschillende woorden hebben voor sneeuw, moeten wij zelfs woorden recyclen of uit andere talen lenen om te zeggen wat we willen zeggen.

Zo gebruiken we een bank niet alleen om op te zitten, maar ook om onze zuurverdiende centen te bewaren. Met een nagel krabben we niet alleen ons gat (dat zelf ook een dubbele betekenis heeft) maar we spijkeren er iets ook mee vast. En wat te denken van geslacht? Dat gebruik je om er ‘mannetje of vrouwtje’ mee aan te duiden, maar je kunt het ook hebben (als je een mannetje bent tenminste). En je kunt het zijn, al ben je dan niet blij. ‘Nee ik leef nog’ zetten we vroeger als grapje neer als er ‘Geslacht’ op een formulier werd gevraagd.

Schop en trap zijn in de categorie ‘geweld rondom het huis’ mooie voorbeelden van woorden die meerdere betekenissen hebben. ‘Trappen naar de baas’ vind ik altijd een leuke om te gebruiken als er weer eens een sportief uitje is. Of je gaat lekker fietsend naar je werk natuurlijk.
En zo kan ik nog wel even doorgaan: Er zit een pad op ons pad. De kennis van onze kennis is beperkt. Het stof gaf veel stof. Met een boze kop over die kop dronk hij een kop slappe koffie op. Zonder overdrijven kwamen er dikke zwarte wolken overdrijven. Door zijn kapotte bril zag hij de vieze bril niet. Als we bij tante Annie aankomen, mag je nergens aankomen en je mag ook niet zeggen dat ze is aangekomen! Enne, slaap jij eigenlijk lekker in een bed violen? Kortom: in dit beroep doe ik vaak een beroep op mijn taalvaardigheid.

Ik kap er weer mee want ik word nu een beetje daas van mijn eigen geraas…

Manon Kummer