De Heilige Sint Andreaskerk is de hoofdlocatie van 'Een quaet vermoeden' (Foto: Alie Engelsman)
De Heilige Sint Andreaskerk is de hoofdlocatie van 'Een quaet vermoeden' (Foto: Alie Engelsman)

Diane Busink schrijft ‘Een quaet vermoeden’: zoektocht naar het verleden van Groessen

Algemeen

GROESSEN - Diane Busink schreef maar liefst twee boeken in twee jaar tijd. Beide boeken hebben een link met de Liemers. De historische roman ‘Een quaet vermoeden’ speelt zich af in en rondom Groessen, waar Diane opgroeide. “Ik had al verschillende stukken research liggen over Groessen, maar toen ik hoorde dat de kerk ging sluiten viel de puzzel in elkaar en kon ik het boek ook werkelijk schrijven.”

Door Alie Engelsman

‘Een quaet vermoeden’ vertelt het verhaal van twee vrouwen die op zoek gaan naar het verleden van het dorp Groessen. Ze kennen elkaar niet, hebben hun eigen redenen en achtergrond; de zoektocht brengt ze bij elkaar. Het verhaal speelt in het hier en nu, maar bevat ook heel veel historische informatie. Diane werkt daarbij met op waarheid beruste gebeurtenissen, met een vleugje fantasie. 

Pastor Jacob Vallick

Zo speelt pastoor Jacob Vallick, die leefde van 1515 tot 1572, een belangrijke rol. Diane: “Deze pastoor was een markante figuur in Groessen. Hij schreef onder andere twee boeken, met de ganzeveer, waarvan er een te vinden is in een museum in Parijs. Hij heeft zoveel gedaan voor zijn parochianen en hij was zijn tijd ver vooruit. Ik wilde hem, door middel van mijn boek, in het zonnetje zetten. Er zijn ook diverse citaten van deze pastoor te vinden in het verhaal.”

Heilige Sint Andreaskerk

De Heilige Andreaskerk in Groessen is een hoofdlocatie in ‘Een quaet vermoeden’. Diane: “Ik ben wel gedoopt, maar verder heb ik niet zoveel met het geloof. Door te lezen over de geschiedenis later wel met de kerk als gebouw. Wat een werk moet dat zijn geweest voor de mannen, die in de middeleeuwen tufstenen uit de Duitse Eifel hebben vervoerd en daar zo’n imposante kerk van hebben gebouwd. Door dat op te schrijven breng je zo’n gebeurtenis weer tot leven.”

De Tempeliers

Ook de Tempeliers komen aan bod in de roman. “Jacob Vallick deed opgravingen naar resten van Tempeliers, die tussen 1100 en 1300 rondtrokken. Het is nooit onomstotelijk bewezen dat deze kruisridders een verblijfplaats hadden in Groessen, maar er zijn wel feiten die er op wijzen. Zo zijn er straatnamen, als Tempelstraat en Heiliglandsestraat. De omgeving waar je leeft vormt je, vormde ook Jacob Vallick. Het is geweldig om je dan in zo iemand te verdiepen.” Diane laat mensen meelezen en doet veel met tips van de redactie. “Ik ben opgegroeid met namen als Helhoek en Lijkweg, maar een buitenstaander denkt waarschijnlijk: ‘Wat is dat voor een spookdorp, dat Groessen’. Met zulke dingen moet je wel rekening houden.”
Diane heeft altijd al een voorliefde gehad voor schrijven en voor geschiedenis. “Als kind ging ik kijken bij opgravingen in Groessen. Ik werd weggestuurd, maar het prikkelde wel mijn fantasie. In mijn gedachten ontstond er een heel verhaal. Ik herinner me dat ik als kind op het hek van een weiland op mijn vader zat te wachten en er allerlei dialogen bij me op kwamen.”

Fulltime schrijven

Ze stopte twee jaar geleden met haar baan als orthopedagoog om zich helemaal aan haar boeken te wijden. Diane: “Ik wilde al zolang gaan schrijven, maar met een baan en een groot gezin kom je daar niet aan toe. Daarom heb ik de stap genomen om fulltime te gaan schrijven. En dat bevalt goed. Ik heb daarnaast nog wel mijn bedrijf ‘Boek Busink’, dat ik in 2017 oprichtte. Als zzp’er schrijf ik in opdracht onder andere levensverhalen. Dat is wel anders dan het schrijven van mijn romans, want je gaat het verhaal van een ander zo precies mogelijk op papier zetten. Mijn jarenlange ervaring als gedragswetenschapper komt daarin goed van pas. Ik heb geleerd om goed te luisteren, te interpreteren en te observeren. Dat is trouwens bij het schrijven van mijn romans ook heel handig geweest. Ik wil mijn verhalen goed onderlegd hebben. Feiten moeten kloppen, in de structuur moet ik consequent blijven. Ik heb dan ook in mijn romans de bronvermeldingen vermeld. Lezers kunnen nazoeken wat echt gebeurd is en wat verzonnen is. Maar je wilt de lezer wel meenemen in het verhaal, zodat ook zij willen weten wat er gebeurd is. Mijn romans zijn daardoor ook echt spannend.”

Wikkelkind

Kort na het verschijnen van ‘Een quaet vermoeden’ is ook haar tweede roman ‘Wikkelkind’ gepubliceerd. Waar het in haar eerste boek gaat om de omgeving die het gedrag van mensen vormt, gaat het in ‘Wikkelkind’ om genetische invloeden. De inspiratie die Diane opdeed voor dit boek volgde toevallig uit de research voor ‘Een quaet vermoeden’. Ze stuitte daarbij op het verhaal van Maria Elisabeth Clara van den Bergh, een vermogende gravin die in ‘s Heerenberg woonde. Diane: “De roots van ‘Wikkelkind’ liggen wel in de Liemers en dat heb ik ook vermeld in het boek, maar het verhaal zelf zou zich overal kunnen afspelen. Het handelt over vrouwen die uitzoeken waarom ze generatie op generatie met noodlottige bevallingen te maken krijgen. Het rust als een soort vloek op ze.” Dat het tweede boek zo snel op de plank lag, heeft volgens Diane te maken met het gat wat er achter bleef toen ‘Een quaet vermoeden’ af was. “En ik had er natuurlijk de tijd voor vanwege corona. Daarbij speelde ook het gevoel dat ik me moest bewijzen als schrijfster. Zo’n eerste roman uitgeven is heel spannend. Bij de tweede voelde ik me al wat zekerder en durfde ik ook meer fantasie te gebruiken. Mijn derde historische roman, dat inmiddels in concept bij de uitgever ligt, heeft nog meer fantasie-elementen in zich.”

Presentatie 15 januari

De beide romans, ‘Een quaet vermoeden’ en ‘Wikkelkind’ komen 15 januari op de markt. De boeken worden gelanceerd in de kerk in Groessen, om 15.00 uur. Meer informatie over Boek Busink: http://www.boekbusink.nl

"Ik ben opgegroeid met namen als Helhoek en Lijkweg, een buitenstaander denkt waarschijnlijk: 'Wat is dat voor een spookdorp, dat Groessen'" (Foto: Alie Engelsman)